De Jonk - voortgang deel 1

De Jonk - deel 1 - Initialisatie

 

Na het gereed komen van de MISSISSIPPI, de stoomhekwieler, is er op de clubzolder ruimte voor een nieuw gezamenlijk project.
Het uitgangspunt was dat het iets moest zijn dat niet algemeen was, er zijn al genoeg Cutty Sark's, Victorie's en Smit-sleepboten gebouwd.

Er is lang over nagedacht en er kwamen diverse en uiteenlopende voorstellen naar voren. Zoals een grachtenpand uit Amsterdam, een diorama van een drukke haven ‘50-er jaren, een model van een vrachtvaarder uit de ’20-er jaren en een Jonk.
Na gezamenlijk overleg en het bekijken van tekeningen is besloten tot het bouwen van een jonk; meer precies een vissersjonk van Hongkong uit de ’30-jaren schaal 1:33.
De overwegingen  waren 1: Het is een schip, we zijn scheepsbouwers.
                                         2: We hebben redelijk goede tekeningen
                                         3: Het is meer passend bij de vaardigheden van de leden,
De tweede keus, het ’20-jaren transportschip werd, voorlopig, als te hoog gegrepen gezien, maar blijft voor de toekomst zeker in beeld.
De werkelijke afmetingen van onze vissersjonk waren lengte van 19 meter, breedte van 6 meter, en diep binnen de romp 2 meter, die gegevens komen van het scheepvaartmuseum in Hongkong en de tekeningen van het Science Museum in Londen.
Voor het model worden de maten dus 57 cm lang en 19 cm breed. De hoogte incl., masten word +/- 48 cm op de kiel, een niet al te groot model met toch voldoende detaillering. Het heeft een wat scherper voorschip, net als de Lorcha die in Macau werd gebouwd met meer westerse invloeden, maar die heeft wel de Jonk-tuigage.
 
De Jonk algemeen
Het is een onuitroeibaar gebruik in onze samenleving om ieder vaartuig met een zeil met doorlopende zeillatten te betitelen als “Chinese Jonk”. Het meest in het oog springende kenmerk van de jonk is wel de typische zeilvoering, maar dit is niet alleen op jonken gangbaar geweest. Het is, en wordt nog steeds gebruikt in heel Azië. Van de nederigste Sampan uit Japan en de Twaquo uit Thailand tot de enorme Petchilli-jonken van noord-China die 55 meter lang waren. Tot ver buiten China is het gebruik van zeilen met ingeregen zeillatten een gangbare vorm.

Het tweede kenmerk van de Jonk is dat zij uitsluitend zijn gebouwd van hout ,en dan niet van hard hout, maar van iedere goedkope hout soort die ter plaatse voorhanden was. Conservering van hout was in China al in de 4e eeuw bekend. Dat er nu stalen toeristenbordelen worden gebouwd met op de luxe kajuit een kleine mast met jonk tuig, aangeprezen als origineel vaartuig ,is hetzelfde als reizen met een luxe touringcar met een paarden trailer er achter en dan zeggen met de postkoets op reis te zijn.

Het derde kenmerk is de enorm grote verscheidenheid van de jonk, zowel in bouw, uitvoering, en gebruik.
Het is meestal vrij breed ten opzichte van de lengte 1:3, met een platte of nagenoeg platte boden en weinig diepgang.
Maar uitzonderingen bevestigen de regel. Iedere landstreek had zijn eigen model, en zij werden voor alles gebruikt van lichter tot woonboot, tot zeegaande vrachtvaarder. Wat wel algemeen was is de afsluiting van de romp voor en achter met sterke waterdichte schotten, hier zouden wij dit een type schouw noemen. Ons model heeft voor het voorste schot een zogenoemde loze steven, bedoelt om de golven te breken, als het schip achter de netten licht.

Het vierde kenmerk is de verdeling van de romp in waterdichte compartimenten, de eerste beschrijving hiervan stamt uit de 2e eeuw, toen de rest van de bekende wereld nog boomstam kano's maakte.

Het vijfde maar niet het minste kenmerk was de uiterst doelmatige uitvoering en behandeling van de tuigage.
Het lijkt misschien primitief, naar onze opvatting, maar voldoet uitstekend en zonder overbodige zaken die het ingewikkeld maken of extra mankracht vragen. Het was ook niet gebruikelijk om de masten te stagen, uitgezonderd de grotere typen, ons model heeft ze wel.
Al met al een scheepstype dat niet zo bekend is in het westen, en er zijn hier weinig modellen, en het is daarom een uitdaging voor onze bouwers, ook om dat er nog veel dingen zijn die nader onderzoek vragen. Als eerste is er een begin gemaakt om de bestaande tekeningen aan te passen, en om te vormen tot bruikbare modelbouw tekeningen.

Wordt vervolgd.
 
Cor Keller