De Jonk - deel 4
Na het plaatsen van de kiel met de waterschotten op een stevige ondergrond is er een tijdelijke eerste huidgang aangebracht, de zogenoemde berghoutgang. Het voordek en de dekken van de visverwerkingsruimte en bemanningsverblijven zijn gelegd van 3mm triplex. Deze dekken worden beplankt met stroken hardhout voorzien van zwarte breeuwnaden. De huidgangen worden op de schotten gelijmd en tijdelijk gehecht met baquetnaalden. Omdat de breeuwnaden van de Jonk tussen de huidgangen en dekplanken duidelijk herkenbaar zijn, dienen deze op het model ook goed zichtbaar te zijn. Er werden op proef stukjes verschillende methoden getest.
Het best bruikbaar bleek het aanbrengen van strookjes zwart karton tussen de gangen en dekplanken. Dit geeft een strak resultaat, en er kan zonder problemen worden geschuurd en gelakt. Na het aanbrengen van de huidgangen tot aan dekhoogte zijn de triplex dekken gelegd met stroken fijndradig hout, afkomstig van een orgelbouwer. Ook zijn de verblijven voor bemanning beplankt en is het kooibeschot geplaatst. Daarna volgden de in de breedte uitstekende balken op het dek. De breedste hiervan dient ook als vissingbalk voor de grootte mast. Deze balken hebben niet alleen de zijdelingse stijfheid als doel, maar hieraan wordt straks ook een berghoutgang aan gebracht, die geheel vrij van de romp is.
De visverwerkingsruimte, (dekhuis) boven de visopslag blijft afneembaar, en wordt als los onderdeel gebouwd. Dit dekhuis wordt van bamboe gemaakt. De moeilijkheden die dit geeft worden later behandeld. Ook is er begonnen met het maken van de luiken die op het dek moeten komen. Tussen deze luiken en de verschansing komen straks losse planken te liggen (laningen), zodat er een dek ontstaat zonder obstakels voor de visnetten en bemanning.
Cor Keller